Artikelen

Bakkeveen en omgeving

Over jagers en verzamelaars van lang geleden.


Vorming van een stuwwal

Over jagers en verzamelaars van lang geleden.

In het januarinummer hebben we geschreven over heide afplaggen.

Maar waarom is het bodemarchief zo belangrijk? Wat zegt het over het verleden, en wat heeft er zich in het verleden allemaal afgespeeld hier in onze omgeving?

Wanneer mensen daar meer over weten kun je hopelijk verwachten dat ze er zuinig en bewust mee omgaan.

IJS vormde het landschap: stuwwallen, zware veldkeien.

Laten we we eerst eens teruggaan naar ijstijd.

Tijdens de voorlaatste ijstijd (de Saalien) was er in onze omgeving een dik pakket ijs, getuige de vermorzelde stenen en grond/slip die we terug vinden als keileem en veldkeien. Die keien zijn in het ijs meegevoerd uit Scandinavië, achtergelaten als getuigen van een bar klimaat.

Vaak is uit deze veldkeien te herleiden waar ze ooit vandaan zijn gekomen. Tijdens een ijstijd gaat de temperatuur sterk wisselen en gemiddeld omlaag. Wanneer het kouder is duwt het ijs als een muur de grond voor zich uit. Zo ontstaan hoogten, we spreken dan van een stuwwal. De grootste opgestuwde stuwwal vinden we in ons land terug als “Utrechtse heuvelrug”. Maar er zijn meerdere kleinere stuwwallen terug te vinden in het landschap. In Friesland is de Oudemirdumer klif de bekendste, maar ook de stuwwal boven Steenwijk (net buiten Friesland) is zo’n overblijfsel. 

 

Hondsrug (bron: kijkeensomlaag.nl)

Op het einde van een ijstijd wisselen koud en warm elkaar af, dan trekt het ijs zich terug en groeit weer even aan. Zo is de Hondsrug ontstaan. Op onderstaand kaartje zien we verschillende stuwingen naast elkaar (de bruine lijnen). Onder de huidige Hondrug liggen zandstuwingen van een eerdere ijstijd.

De richting van de ijsstroom is bepalend geweest voor noordwest-zuidoost richting van de Hondsrug, met uitlopers tot voorbij Bakkeveen. Op de site van Harry Huisman, verbonden aan het hunebedcentrum te Borger, of op de website http://kijkeensomlaag.nl is hier meer over te vinden

 

Tijdens het afsmelten ontstaan gigantische smeltwater stromen. In onze omgeving vinden we die terug (niet meer zo gigantisch) als de Drait, Boorne en Tjonger. Gescheiden door keileemruggen en diep uitgesleten tot zelfs door het keileem allemaal richting het Flevomeer, waarheen de Boorne (Koningsdiep) oorspronkelijk stoomde. De huidige loop langs Leeuwarden is pas later ontstaan (tijdens zandstormen in de laatste ijstijd).

 

Stroomgebied van o.a. Boorne/Koningsdiep (bron: Boven Boorngebied - Fryske Akademy)
 

Voorgaande kaart komt uit het boek “Boven Boorngebied” uit 1961 van de Fryske Akademy.

De kaart laat mooi het stroomgebied zien van o.a. de Boorne (Koningsdiep).

De AHN hoogte kaart (https://www.ahn.nl/ahn-viewer) maakt het tegenwoordig nog duidelijker zichtbaar en is vrij toegankelijk voor iedere belangstellende.

Je kunt dus zeggen: de voorlaatste ijstijd heeft ons landschap zijn basisvorm gegeven. https://www.geologievannederland.nl/tijd/reconstructies-tijdvakken/laat-pleistoceen

 

Onbewoonbaar poolijs


Bron: Berendsen, http://www.geo.uu.nl/fg/berendsen/photography/alaska

Na de Saalien ijstijd is het ca. 20.000 jaar warm geweest (het relatief warme Eemien), zelfs warmer dan nu. Daarna zakte de temperatuur weer. Van de laatste ijstijd, (Weichselien) vinden we ook sporen in onze omgeving hoewel het ijs niet tot hier komt.

De gemiddelde jaartemperatuur daalde behoorlijk. Dit had tot gevolg dat bossen verdwenen en plaats maakten voor een toendra-begroeiing. Tijdens de extreem koude fasen was het hier zelfs een poolwoestijn. Met ups en downs duurde deze barre periode tot 14.650 jaar geleden. Tijdens deze laatste zeer koude periode zijn de Pingo’s ontstaan. Een pingo is een heuvel die ontstaan is doordat een ondergrondse ijslens aangroeit, gevoed door grondwater dat de bodem heeft opgedrukt. De grond glijdt er tijdens het smelten vanaf en blijft liggen als een ringwal, met in het midden een kratervormig gat, gevuld met water (= een pingo ruïne). Het Ganzenmeer onder Bakkeveen is één van de grootste in onze omgeving, de boerderij staat op de ringwal en ook de weg loopt gedeeltelijk over de ringwal. Op de AHN hoogte kaart duidelijk zichtbaar.

Pingoruïnes vinden we voornamelijk terug in het noorden en oosten van ons land. In de Duurswouder heide zijn er verschillende te zien.

Tegenwoordig zijn nog echte pingo's te vinden in koude gebieden als Alaska, Canada, Groenland en Siberië. Zie https://www.geologievannederland.nl/landschap/landschapsvormen/pingoruine

Tijdens deze extreem koude periode was hier geen enkel leven mogelijk, de Noordzee lag droog en stormen voerden zand aan uit het Noordzeebekken. Meer valt te lezen bij:

https://www.hunebednieuwscafe.nl/2019/10/de-laatste-4000-jaar-van-de-weichsel-ijstijd/

 

Eerste bewoners: jagers en verzamelaars

In het laatste deel van deze ijstijd gebeurt er veel.

Aan het einde van deze periode warmt het weer op, er komt begroeiing. Dieren trekken op naar onze streken en ook de eerste moderne mensen (zo’n 13.000 voor nul). Vanuit Frankrijk komen jagers en verzamelaars mee met het wild richting het Noorden. In twee richtingen, nl. in Engeland (Creswell cultuur) en van Nederland tot Polen (de Hamburg cultuur).

Deze mensen trokken met rendieren mee zoals we dat we nu nog wel kennen. Waarom noemen we hen ‘Hamburg cultuur’? Omdat er en volledig kampement van hen is gevonden, afgedekt door een modder lawine en zo compleet bewaard, en wel nabij Hamburg. Van het organisch materiaal kunnen ze nauwkeurig de leeftijd bepalen. Werktuigen specifiek voor deze cultuur zijn herkenbaar als een soort gidsartefact. Daarom weten we zeker dat bepaalde vondsten afkomstig zijn van deze Hamburg cultuur. Nabij Bakkeveen, Duurswoude, Siegerswoude en Ureterp zijn voorwerpen van de Hamburg cultuur gevonden. In de oorlog heeft er zelfs een opgraving plaats gevonden nabij de Pinsendobbe onder Ureterp, maar ook Houtsma heeft materialen gevonden nabij Duurswoude. Creswell heeft Houtsma opgegraven op de Merskerheide, wat uniek is in Nederland.

Ook het grondprofiel wat Houtsma heeft vastgelegd laat zien wanneer deze cultuur hier leefde.

In het boek “Vuursteen verzameld” [1] staan deze culturen uitvoeriger beschreven.

[1] Amkreutz, Luc, e.a. (red) - 2016. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort. ISBN/EAN 9789057992506

 
Roel van der Brug / januari 2020

« terug naar overzicht artikelen