De Natuerferiening Bakkefean e.o. organiseerde op 20 november in Dúndelle een lezing over de geschiedenis en de toekomst van de bovenloop van de Boorne/het Koningsdiep, ofwel it Alddjip zoals hij bij ons heet. Spreker was Jan Slofstra, lid van onze vereniging. Er was grote belangstelling (82 bezoekers); kennelijk ligt het beekdal van de Boorne veel mensen na aan het hart.
Voor de pauze ging de spreker in op de geschiedenis van de bovenloop en het bijbehorende brede beekdal, vanaf het brongebied bij Zevenhuizen tot aan de Beakendyk achter de Slotplaatsbossen. In het allereerste begin was de Boorne een woeste stroom die na afloop van de ijstijd grote hoeveelheden smeltwater van de hoger gelegen gebieden afvoerde naar zee. Thans gaat het om een bescheiden stroom, eerder een beek dan een echte rivier. Spreker schetste aan de hand van een powerpointpresentatie dat in de lange ontwikkelingsgeschiedenis van de beek en het beekdal een aantal historische ‘lagen’ (perioden, fasen) is te onderscheiden. Het landschap en de natuur zijn, vooral door menselijk ingrijpen, een aantal keren grondig van karakter veranderd. Uit al die verschillende perioden (vanaf de prehistorie tot nu) zijn in het beekdallandschap nog tal van sporen bewaard gebleven. Wanneer je er eenmaal op geattendeerd bent, kun je ze ook herkennen. Belangrijk in dit verband zijn bijvoorbeeld sporen uit de middeleeuwen ( Beakendyk en de nederzettingen (Oud-Bakkeveen en Siegerswoude), uit de tijd van de verveningen (wijken en petgaten Mandeleijen) en uit de tijd van de ontginningen (Voorwerkersveld) en tenslotte van de ruilverkavelingen in de jaren ’60.
Na de pauze stond de toekomst van het bovenloopgebied centraal. De spreker ging uitvoerig in op de al jarenlang durende discussie over de inrichting van het gebied. De bedoeling van de overheid is dat er meer aandacht komt voor de natuurbelangen in het beekdal, maar zonder dat het agrarische belang wezenlijk geschaad wordt. Het lukt nog steeds niet daar op een bevredigende manier uit te komen, ook al niet omdat intussen ook nog andere belangen zich steeds nadrukkelijker melden (waterbeheer en landschapsbehoud). Slofstra benadrukte dat het zeker ook niet helpt dat de beekdaldiscussies vooral op een ambtelijk niveau en tussen belangenvertegenwoordigers gevoerd worden en nauwelijks tot het publiek doordringen. Maar het gaat wel om ónze leefomgeving, onze natuur en ons landschap, zo zei hij. Dat leidde tot een niet mis te verstane oproep aan het adres van de bevolking mee te gaan praten over de toekomst van de bovenloop van it Alddjip.
Het bestuur