Het lijkt erop dat we de winter overslaan. De natuur denkt er in ieder geval wel zo over. Veel voorjaarsplanten staat al in bloei, de knoppen barsten open van verscheidene struiken en bomen en steeds meer vogels zingen hun hoogste lied. De paddentrek is al begonnen. Laat maar komen dat voorjaar. Wel met gemengde gevoelens. Een pak sneeuw hoort er toch bij net als ijs. Enfin, maar verder kijken naar de ontwikkelingen in de natuur.
Eind februari zijn de meeste Noord-Europese ganzen, Kolgans en Toendrarietgans al weer vertrokken. Half februari ’s-ochtend veel “hoge” trek, wat duidt op de terugkeer naar hun broedgebieden. Deze winter zijn er landelijk ook een stuk minder van deze twee soorten gezien. Het lijkt erop dat die ganzen meer in hun gebieden blijven of in ieder geval niet helemaal naar ons land trekken, getuige meldingen van Denemarken, Noordoost Duitsland en Polen. Een andere noordelijke gans, de Brandgans, vertoont een ander trekgedrag. Deze komen ook uit een ander gebied nl. Spitsbergen en Nova Zembla. Voorlopig is het daar nog koud genoeg. Deze soort gaat pas in april/ begin mei weer op de wieken.
Nu we het toch over ganzen hebben, de (Grote) Canadese Gans wordt inmiddels als exoot aangemerkt, net als de Nijlgans. In onze directe omgeving heb je verder nog kans op het zien van de Kleine Rietgans, die eveneens noordelijker lijkt te blijven. Verder is de Rotgans een vogel die voornamelijk langs de kust en op het wad zijn kostje zoekt. Leuk is het dat in deze groepen soms een Roodhalsgans verblijft, een zeldzame gast in ons land. Ook in een groep Rotganzen kan de Witbuikrotgans en de Zwarte Rotgans verblijven. Beide zijn eveneens zeldzaam. De Dwerggans (6 vogels) liet zich verrassend zien eind december ten westen van Wijnjewoude. Ook dit is een zeldzaamheid.
Een vroege Rode Wouw vloog op 4 februari over ons dorp. De soort wordt goed in de gaten gehouden met het oog op een mogelijk broedgeval. Een prachtige roofvogel, die hoofdzakelijk leeft van aas.
Een Bosuil, ergens in een kast bij ons dorp, zit alweer op vier eieren.
Ook zit er een groepje Ransuilen in een paar grote coniferen in het dorp. Belangrijk zijn deze bomen voor o.a. uilen vanwege hun dichtheid, wat bescherming geeft. Denkt dus eerst even na als u van plan bent de boom te kappen, misschien is er een alternatief.
Waar onze Raven zijn gebleven is een raadsel. Ik hoop niet dat er clandestien op gejaagd wordt…..Ook de Havik laat het wat afweten.
Verder erg rustig met vinkachtigen en mezen. Spechten en Boomklevers daarentegen zijn alweer fors aan het kloppen, ratelen en roepen.
Een Roodborsttapuit werd gemeld door Martin Manson in de buurt van de Duurswouderheide.
Erg leuk was een groep van maar liefst 24 Boomleeuweriken op een akker bij de Merskenheide. Leeuweriken trekken al in eind januari/ begin februari door. Je hoort dan hoofdzakelijk Veldleeuweriken, maar een Boomleeuwerik kan er altijd tussen zitten.
Klein Hoefblad is alweer op enkele plekken gemeld. Dit plantje gaat eerst bloeien (geel, lijkt op paardenbloem) en daarna verschijnt het blad.
Verder o.a. bloeiend: Paarse Dovenetel, Klein Kruiskruid, Kleine Veldkers, Robertskruid, Fluitenkruid, Speenkruid, Paardenbloem e.a.
In het bos Ontwijk bij Donkerbroek vond ik op 21 februari de Zilveren Boomkussen op de stam van een stervende eik. Weliswaar niet erg zeldzaam, maar leuk om te zien.Het is geen echte paddenstoel, maar een sporenvormend stadium van een slijmschimmel. De soort verschijnt meestal in het voorjaar, veelal na de laatste nachtvorst…
Tip: De waarnemingen kunnen online worden bekeken op de website: www.natuur-bakkeveen.nl. Kies optie “links”en dan waarnemingen in Bakkeveen.
Verder kunt u een kijkje nemen op www.natuurverenigingen-opsterland.nl. Op die site o.a. mededelingen en artikelen van onze vereniging.
Meldingen graag weer bij Koert Scholten: Liefst online op: . Tel nr. 542017.