Het is zo’n woord. Het is trendy, je hoort en leest er veel over, maar wat is het eigenlijk?
Biodiversiteit is het natuurlijke kapitaal van de wereld. Het gaat over alles wat leeft in water, lucht en bodem; hoe meer variatie in levensvormen hoe beter; die variatie in levensvormen heet biodiversiteit.
Biodiversiteit is van levensbelang. Alleen indien water, lucht en bodem vrij zijn van teveel gifstoffen en indien water, lucht en bodem voldoende veerkracht hebben om het leven in stand te houden, kunnen we voedsel produceren. Die veerkracht bestaat bij de gratie van variatie in soorten en evenwicht tussen de soorten. Alleen dan kunnen wij mensen op de lange duur overleven. En de vogels, de insecten, de planten, de vissen, de wormen…… alles.
Herstel in de natuur lukt nooit als schadelijke invloeden alsmaar blijven bestaan of zelfs toenemen. Juist boeren weten als geen ander hoezeer we afhankelijk zijn van gezonde bodem, gezond water en gezonde lucht: zonder dat kunnen zij op den duur geen voedsel produceren.
De natuur is enorm veerkrachtig, en kan herstellen van schadelijke invloeden zoals intensief menselijk ingrijpen (bijvoorbeeld overbemesting, pesticiden, massale kap, of natuurrampen). Daar zijn mooie voorbeelden van, zoals bijvoorbeeld in onze eigen omgeving: het herstel van de rijke flora en fauna in de Wijnjeterper Schar, nadat Staatsbos daar weer gunstiger voorwaarden had geschapen voor de natuur aldaar, en de overbemesting achterwege werd gelaten.
Er zijn tal van prachtige initiatieven die bijdragen aan biodiversiteit, en misschien wel de mooiste is het Deltaplan Biodiversiteit, waarin totaal verschillende partijen samenwerken: ecologen, banken, agrofood, landbouworganisaties, natuurorganisaties, universiteit Wageningen. Eén van de mensen die zich daar voor inzetten is Louise Veth, emeritus hoogleraar van de Wageningen Universiteit.
In onze eigen omgeving tracht de Natuerferiening samen met andere natuurorganisaties ook te doen wat mogelijk is: soms komen we met suggesties naar de overheid (bijvoorbeeld: uitbreiding en verbetering van het bomenbeleidsplan, ander beheer van bermen en plantsoenen), soms zijn we daar juist een lastige luis in de pels.
We zaaien inheemse wilde planten die weer insecten aantrekken, die als voedsel kunnen dienen voor de vogels en die gewassen kunnen bestuiven (bijvoorbeeld Slotsingel).
We proberen meer mensen te interesseren voor de natuur, door schoolkinderen mee naar buiten te nemen en erover te vertellen; door lezingen, cursussen en excursies (hopelijk volgend jaar weer, wanneer de pandemie is geluwd).
We plaatsen nestkastjes voor vogels die schadelijke rupsen kunnen opeten, en sporen de gemeente aan om de bermen natuurvriendelijker te beheren.
Wie kan daartegen zijn, tegen meer biodiversiteit? Het is in het belang van onze kinderen en kleinkinderen, van onze bern, bernsbern, bernsbernsbern,