Na de eerder afgelaste excursie op 3 juni jl. nu dan wel een excursie o.l. v. een gids van It Fryske Gea.
Wij reden naar de kleine parkeerplaats aan de Grindweg, maar de gids bleek aan de Albardaweg te staan. Na dit kleine misverstand kon de wandeling over de Delleboersterheide beginnen. We hadden wat pech i.v.m. de weersomstandigheden. Veel wind en zwaar bewolkt. Dat heeft meteen een weerslag op het zien van vlinders en libellen.
We startten de wandeling op de parkeerplaats bij de Alberdalaan en kregen daar uitleg over het gebied. Het is een beekdallandschap van plm. 195 hectare groot inclusief de Catspoele. En mooi ven dat vooral bekend is door de vele libellen, waaronder ook zeldzame. Door de vereniging van libellen Friesland de “Hynstebiter” werd hiervoor speciaal een vlonder ingericht. Vanaf deze vlonder kon je het libellenleven van zeer dichtbij bewonderen. Dit deden we op de terugweg, omdat er in het begin door de harde wind amper libellen waren te zien. Dus eerst doorlopen naar de Delleboersterheide. Een golvend landschap van dekzand, waarin zich veen heeft gevormd. Dus open heideterrein met veenputten en omringd door bos. Er is veel werk verricht om dit gebied in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. Het resultaat is er dan ook naar. Ook het omringende cultuurlandschap werd omgetoverd tot heuvelachtig grasland met plassen. Schotse Hooglanders en Drentse Heideschapen zorgen ervoor dat het gebied open blijft door hun gegraas.
We deden ons best om de Beenbreek te vinden, maar waarschijnlijk door de droogte was de plant niet te vinden. In het bos wel Dalkruid, Gewone Salomonszegel en Blauwe Bosbes. Langs een slootje ook Gagel. Langs de wandelroute wel veel Stijve Ogentroost, Dophei en Kraaihei.
We vonden later meerdere Heideblauwtjes en Bruine Zandoogjes. Een rups van de vrij zeldzame Heideringelrups werd aangetroffen, naast de Zilverstreep (een microvlinder).
Libellen waren nog weinig actief. Toch vonden we een Blauwe Breedscheenjuffer, een niet zo algemene juffer. Bij de Catspoele meerdere tijdens de terugtocht. Hier ook libellenhuidjes, de pop waaruit de imago (de echte libel) verschijnt. Hier o.a. Grote Keizerlibel (de grootste in ons land), Viervlek, Smaragdlibel, Watersnuffel, Vuurjuffer en nog een Vroege Glazenmaker.
Opvallend was een (of waren er enkele?) Wielewaal, die we ook even mooi zagen. Een prachtige gele vogel met zwarte vleugels ter grootte van een lijster. Verder Boompieper, Veldleeuwerik, Geelgors, Kneu, Rietgors en Roodborsttapuit. Allemaal broedvogels van open heidegebieden. Op een ven nog een foeragerende Lepelaar en een paartje Canadese ganzen met jongen. Op de Catspoele twee Dodaarzen.
De Das komt daar voor en heeft meerdere burchten. De gids wees ons op sporen, die goed te zien waren. Ook de Vos is daar een bewoner.
Tegen twaalven waren we weer terug op de parkeerplaats.
We zien terug op een geslaagde excursie. Het enthousiasme van onze leden is altijd weer kenmerkend. Zoals de gids opmerkte: Jullie zijn trage lopers….inhoudende dat de leden onderweg veel zien.
Over het lopen zelf: Ze moest eens weten dat er ook Hannekemaaiers onder deze leden waren…..