Sinds 2015 is de wolf weer terug in Nederland. Veel zijn het er nog niet, maar hun aantal groeit wel gestaag. Ook in het noorden zijn ze gespot. Wat betekent dat voor de grazers in onze natuurgebieden? Wolven zijn immers vleeseters die jagen op prooien, van konijn, haas, bever, ree en edelhert tot wisent aan toe. En wat is de invloed van onze huiswolf, de hond?
Al deze prooidieren zijn minder kansloos dan het lijkt. Dat een volwassen wisent zich goed kan verdedigen met zijn horens of door te trappen met zijn poten en dus een gevaarlijke prooi vormt voor wolven, moge duidelijk zijn.
Maar ook de kleinere soorten zijn niet kansloos: een bever kan vervaarlijk bijten met zijn tanden en vlucht snel onder water weg. Een konijn vlucht in zijn ondergrondse hol en een haas kan heel hard rennen en op volle snelheid haakse bochten slaan. Zie die maar eens te pakken. Zo heeft elke soort zijn eigen manier om een predator te slim af te zijn. Het leven van een wolf is dus niet zo gemakkelijk als het lijkt.
Ook runderen en paarden zijn weerbaar. Paarden kunnen bijten en trappen en bovendien heel hard wegrennen. Dat geldt voor boerenvee en rijpaarden en zeker voor de wildlevende runderen en paarden in de natuur. Die hebben nog een extra voordeel: de kudde.
Runderen lopen niet meer in de natuurterreinen rond Bakkeveen, en de melkkoeien staan in de stal in deze tijd van het jaar.
Een natuurlijke kudde is een hechte groep met familie- en vriendschapsbanden. Moeders verdedigen hun kalf of veulen, tantes helpen mee en ook hengsten en stieren verdedigen hun groep met verve. Het is wel zo dat de grote grazers in Nederland op dit moment nog erg moeten wennen aan de wolven. Zeker in deze beginperiode, als een kudde voor het eerst te maken krijgt met een wolf, lopen met name kalveren en veulens meer risico. Pas later zullen naar verwachting net als elders in Europa de grazers, in wisselwerking met de wolven, hun verdedigingstactieken verbeteren. Na een nachtelijke aanval door wolven kan de kudde dus vooral in de beginperiode erg onrustig zijn.
En dat is ook waar het mis gaat als honden met grote grazers gaan spelen. Het spel heet immers niet: pak mij dan, als je kan, maar: wolf en prooi. De grote grazers kunnen loslopende honden als hun natuurlijke vijand (wolf) zien en er naar bijten of trappen. Bovendien laten ze een gestreste kudde achter, die sneller kan uitvallen bij de volgende verstoring. Dit geldt bij uitstek voor de schaapskuddes, zoals ook in de Bakkeveenster Heide.
Je hond laten spelen met de paarden of de schapen is dus zeker geen goed idee. Soms is alleen al de nabijheid van honden te veel, zeker als dit vaak gebeurt en de honden los lopen.
Houd er dus rekening mee dat met de komst van de wolf de paarden alerter en feller op honden kunnen gaan reageren! De schapen zijn sneller onrustig en gestrest. Bovendien verstoren loslopende honden ook wild en vogels die op de grond broeden in natuurgebieden. Daarom is het verstandig om je hond steeds aangelijnd te houden of, veiliger voor je hond, je uitlaatrondje wat aan te passen en de begrazingsgebieden links te laten liggen. Er ook uitlaatgebieden, losloopgebieden zelfs, waar je hond gewoon lekker rond mag rennen en zichzelf mag zijn.
Zeker nu, in coronatijd, is het extra druk en daarom belangrijk om je er bewust van te zijn dat paarden en schapensterk op honden kunnen reageren. Overal in natuurgebieden is het te merken: het aantal bezoekers is sterk toegenomen. Het is natuurlijk geweldig nieuws dat zoveel mensen van de natuur genieten en geeft de waarde van natuur aan voor onze ontspanning. Tegelijkertijd zit er ook een risico aan: meer mensen betekent ook meer honden en dus worden de grote grazers vaker verstoord door honden. Is dat de bekende hond die geen gevaar betekent, zelfs dan kan de kudde onverwacht fel reageren. Zeker als dit telkens weer nieuwe honden zijn, die de kudde verstoren. Dan wordt de kudde keer op keer gestrest. Andere bezoekers zijn daar weer de dupe van. Onnodig!
Houd je hond aan de lijn en houd flink afstand tot de kudde. Zeker als je merkt dat jouw hond graag de kudde opzoekt. Als grazers op of naast het pad liggen of staan of het pad oversteken, ook dan afstand houden.
En als je merkt dat de kudde onrustig is, neem dan nog meer afstand. Laat de dieren met rust. Ze zorgen voor een afwisselend landschap waar allerlei planten en dieren van profiteren.
Tekst grotendeels ontleend aan: Leo Linnartz, ARK Natuurontwikkeling