Artikelen

Iets over biodiversiteit

Bios betekent leven -oorspronkelijk een Grieks woord- en biodiversiteit betekent dus variatie in levensvormen. Wanneer er sprake is van gesloten kringlopen of ecosystemen. worden de verschillende vormen van leven duurzaam in stand gehouden. De functies van een ecosysteem worden ecosysteemdiensten genoemd. Goed functionerende ecosystemen leveren onophoudelijk producten en diensten die onmisbaar zijn, ook voor mensen. Verlies aan biodiversiteit is dus meer dan alleen het verlies van bedreigde soorten.


Afname van biodiversiteit

Hoe minder oorspronkelijke soorten, hoe onstabieler het ecosysteem. Een ecosysteemdienst kan het leveren van voedsel, brandhout, medicijnen en drinkwater zijn. Ook het zuiveren van lucht en water, het bestuiven van gewassen, het vasthouden van grond, het opslaan van koolstof en het reguleren van de temperatuur vallen onder het begrip ecosysteemdiensten. Ecosysteemdiensten zijn bijvoorbeeld belangrijk voor recreatie en geven identiteit aan een plek. Denk bijvoorbeeld aan de discussie over Landschapspijn in Friesland; het verlies aan weidevogels en de kruidenrijke graslanden. Het is dus zaak biodiversiteit te beschermen en zo ons life support system in stand te houden. Zo kunnen we blijven profiteren van de producten en diensten die ecosystemen ons leveren.

 

Stand van zaken

Om meer te weten te komen over de stand van zaken voor wat betreft de biodiversiteit in Nederland en Europa zijn de sites van het Compendium voor de leefomgeving (CLO), www.CLO.nl , een samenwerkingsorgaan tussen het Planbureau voor de Leefomgeving, van het Centraal bureau voor de statistiek -CBS- en van de Universiteit van Wageningen -WUR- uiterst nuttig. Hun doelstelling is om met wetenschappelijke onderbouwde feiten en cijfers op het gebied van natuur, milieu en ruimte de maatschappelijke discussie voor te maken -beleids- keuzes te ondersteunen. Op hun website zijn vrij te gebruiken relevante gegevens te vinden welke meer vertellen over de stand van zaken aangaande de biodiversiteit in Nederland en andere Europese landen.

Druk op biodiversiteit in Nederland is hoogste van de EU

Verlies aan habitat -leefgebied van een organisme of een levensgemeenschap- door landbouw en verstedelijking is de belangrijkste oorzaak voor het historisch opgebouwde verlies aan biodiversiteit in Nederland.

Verlies wat is ontstaan door zowel areaalverlies als ook door milieudruk en versnippering. Als je beseft dat 70% van het Nederlands landoppervlak agrarisch gebruikt wordt, dan wordt duidelijk waarom er sprake is van versnippering aan habitat. Werkzaamheden als ruilverkavelingen ten bate van het landbouwareaal hebben voor een terugloop in biodiversiteit gezorgd, evenals de wijze waarop het land wordt bewerkt met -kunst- mest en pesticiden.

Het is inmiddels helaas duidelijk dat de druk van klimaatverandering op de Nederlandse biodiversiteit in de toekomst zal toenemen -Verboom et al., 2010-

De in Nederland resterende biodiversiteit is het laagste van alle EU lidstaten.

 

 

Sterke afname van de Nederlandse biodiversiteit:

 

 

In Nederland daalde de biodiversiteit van ruim 40% in 1900 tot ongeveer 15% in 2000.

Een MSA -Mean Species Abundance- van 15% betekent dat de populaties van inheemse planten- en diersoorten gemiddeld een omvang hebben van 15% van de natuurlijke situatie.
De MSA geeft dus weer hoeveel oorspronkelijke biodiversiteit nog over is.

In Nederland is de biodiversiteit, afgemeten aan kwaliteit en kwantiteit van natuur, afgenomen tot ca. 15% van de oorspronkelijke situatie. Het verlies aan biodiversiteit is daarmee aanzienlijk groter dan elders in Europa en de wereld. Het laatste decennium is, mede door natuurontwikkeling, in Nederland de afname in biodiversiteit afgeremd. Onzekere factor is daarbij de berekening voor het agrarisch gebied, waarvoor geen meetnet beschikbaar is. Met de wijziging in de opzet van het gesubsidi-eerde natuurbeheer komen meer gegevens boven tafel. Het is de vraag of deze nieuwe vorm van beheer t.o.v. de voorgaande vorm beter gaat werken -beter voor de biodiversiteit-.

In Nederland blijkt dat het areaal natuur door de actieve aanleg in de laatste decennia is vooruitgegaan. Sinds 1994 is in Nederland de gemiddelde kwaliteit van veel typen natuur echter achteruitgegaan, dit ondanks verbetering in milieucondities. Metingen aan afzonderlijke soorten laten zien dat die soorten welke hoge eisen stellen aan hun leefomgeving, nog steeds achteruitgaan. De populatieomvang van diersoorten en paddenstoelen van de bedreigde Rode Lijst neemt nog steeds af.

Nieuwe meetwijze voor biodiversiteit.

Naast de MSA is door het Compendium voor de Leefomgeving sinds 2014 een nieuwe graadmeter in de vorm van de Living Planet Index -LPI- ge-introduceerd. Sinds 1990 is dankzij het toegenomen aantal waarnemingen meerdere verdiepingsslagen mogelijk geworden. Duidelijk -en actueel- voorbeeld is de afname van weidevogels voornamelijk als gevolg van de intensivering van de landbouw. Ook de terugloop in de bijenstand wat door meerdere nog niet allemaal vaststaande ontwikkelingen wordt veroorzaakt.

Wettelijke bescherming flora en fauna ten behoeve van de biodiversiteit.

Nederlandse landschappen en de flora en fauna worden door de Natuurbeschermingswet, Flora en Faunawet en de Boswet beschermd. Genoemde wetten zijn ondergebracht in de nieuwe Natuurwet die nu van kracht is geworden. De Natuurschoonwet faciliteert door middel van een belastingvoordeel de instandhouding van landgoederen.

 

De gekraagde roodstaart staat min of meer symbool voor de onlangs onderzochte rijkdom aan vogels in de Noordelijke Friese Wouden maar is qua dichtheid afgenomen.
 

Bijen als 1 van de graadmeters voor het verlies aan biodiversiteit.

Dat het niet goed gaat met de bijen is inmiddels herhaaldelijk onder de aandacht gebracht. Zo vaak dat de boodschap aan kracht lijkt in te boeten terwijl het niet meer de vraag is of we de leefomgeving voor bijen moeten verbeteren, maar hoe we dat kunnen en vooral ook moeten doen.

Bijen zijn onmisbaar bij de bestuiving van de gewassen. In de afgelopen decennia is de sterfte van de honingbij gestegen van 10% naar 25% per winter. Dit heeft verregaande gevolgen voor 35% van de voedselvoorziening.
Naast de honingbij gaan de aantallen solitaire -wilde- bijen en hommels ook achteruit. Sommige soorten zijn uitgestorven. Dit heeft verregaande gevolgen voor de biodiversiteit. Door het uitsterven van bijensoorten, zullen de door hen bestoven planten in de natuur ook in aantal achteruit lopen.
De oorzaak van de achteruitgang van de bijen wordt veroorzaakt door meerdere factoren. Chemische bestrijdingsmiddelen en een -vooral periodiek- te beperkt voedselaanbod zorgen voor extra vatbaarheid onder honingbijen voor ziektes als varroamijt en nosema schimmel met een hoog sterfteaantal als gevolg. Voor de hommel en de solitaire bij speelt naast een gebrek aan voldoende voedsel ook de beperkte aanwezigheid van geschikte nestgelegenheid een rol in de achteruitgang.

Voor veel interessante informatie over bijen en andere insecten verwijs ik u graag naar de site van de stichting EIS. Ook de bijenstichting kan u veel meer duidelijk maken hoe de wilde bijen in hun levenscyslus beschermd en geholpen kunnen worden.

Biodiversiteit het grootst in steden.

Wat niemand verwachten zou, maar wat uit metingen en onderzoek wel is gebleken, is dat de biodiversiteit in de steden het hoogst is. De variatie in habitats -leefomgevingen- is daar t.o.v. het platteland groter. In grotere steden trekken dieren al de parken in. De discussie over landschapspijn heeft wat dat betreft voor Friesland al veel duidelijk gemaakt. De natuur waarover wij beschikken herbergt veel van hetzelfde, is versnipperd en staat nog steeds onder druk van landbouw en ook recreatie. Hypes als Pokemon-go en geo-caching houden geen of weinig rekening met de bescherming van de natuur. Om meer variatie te krijgen moeten wij gunstige basisvoorwaarden scheppen op plaatsen welke zich daar voor lenen. Met niets doen krijg je ook natuur, maar helaas nog meer van hetzelfde. Om basisvoorwaarden te cre-eeren is het soms noodzakelijk om fouten welke wij in het verleden gemaakt hebben terug te draaien en herstelmaatregelen toe te passen. Dat valt voor sommige mensen die de ruilverkavelingswerkzaamheden van nabij hebben meegemaakt moeilijk te begrijpen.

Hoe u zelf de biodiversiteit in uw tuin kunt nastreven.

Als u voldoende ge-inspireerd bent en de behoefte hebt om zelf wat aan de biodiversiteit in uw eigen tuin te doen kunt u om te beginnen een paar van de volgende uitgangspunten hanteren:

1. Voedselarm = soortenrijk. Voedselarme gronden hebben veelkleurige soorten en kosten minder energie, geld en arbeid in het onderhoud.

2. Wilde planten hebben voorrang omdat deze sterker zijn en meer dieren aantrekken.

3. Groenafval van vandaag is het voedsel voor morgen -in de natuur heb je geen afval- Houtsnippers en compost vervangen meststoffen, verbeteren de gezondheid van planten waardoor er minder uitval is.

4. Minder verzorging resulteert in meer soortendiversiteit. In veel levensbehoeften van dieren, zoals egels, kan voorzien worden door de bladeren, oud hout en wat verdwaalde stenen te laten liggen en wat minder onderhoud te plegen.

5. Op de natuur afgestemd waterbeheer. Regenwater zou zoveel mogelijk direct moeten kunnen infiltreren in de bodem.

6. Etc.

Natuurlijk zijn er veel meer te hanteren uitgangspunten zoals het toepassen van vrucht en besdragende heesters en bomen.

Plant voor de bijen niet alleen nectar leverende planten maar ook waardplanten waar bijen in hun biotoop ook belang bij hebben.

Zo zijn er heel veel ecologische uitgangsprincipes waar bij de inrichting en het beheer van onze leefomgeving rekening mee gehouden zou moeten worden om daarmee de biodiversiteit op te krikken.

Wie in eigen tuin meer wil doen om de biodiversiteit te bevorderen kan contact opnemen met de Natuerferiening.
Een van onze vrijwilligers zal u graag advies geven!
www.natuur-bakkeveen.nl

 
Douwe Klijnstra / september 2022

« terug naar overzicht artikelen