Op 24 december meldde Oene Roelsma 12 overvliegende Pestvogels over Bakkeveen. De vogels zijn te herkennen aan het zacht rinkelende geluid wat ze maken.
De Pestvogel is ongeveer zo groot als een Spreeuw. De kleur is overwegend bruin/oranjeachtig met een duidelijk kuif. De onderrug (bovenstaart en stuit) is grijzig. Verder heeft het adulte mannetje een brede gele staart(eind)band en daarboven een zwarte band. De handpentoppen (vleugels) hebben gele en witte randen met wat rood. Verder een zwarte keelvlek en oogmasker. De anaalstreek (onderbuik) is roodbruin. Ze zijn meestal in groepen (soms wel tot 100 exemplaren).
Het vrouwtje heeft een smallere gele eindband op de staart, kleinere zwarte keelvlek, minder rood op de handpennen.
Een jonge, zeg maar eerste winter, vogel mist de witte tekening op de binnenvlag van de handpentoppen, wel op de buitenvlag van die handpentoppen.
De roep is een rinkelend “sierrr”, en lijkt wel op een belletje. De zang horen we hier soms en heeft eveneens de kenmerkende “sierr” roepjes.
De Pestvogel broedt in de Noord-Europese taigazone van Rusland en Skandinavië en broedt dan meestal in uitgestrekte dennen en sparrenwouden. Hij is een zgn. invasiegast en verschijnt dan eind oktober/ november in zuidelijker gelegen landen, waaronder dus ook Nederland. Invasies zijn in wisselend aantal. Er zijn jaren dat de soort nauwelijks te zien is, maar in andere jaren zijn er opeens honderden vogels. Dit heeft te maken met de oogst van vruchten in de broedgebieden. Als de oogst slecht is, kun je dus een groot aantal vogels verwachten. In eind februari/ maart vertrekken de vogels dan weer naar het hoge Noorden.
De Pestvogel verschijnt tijdens deze invasies vaak in onze tuinen en (stads)parken. Onze tuinen en parken zijn vaak rijk voorzien van besdragende heesters (Gelderse Roos, Cotoneaster, Liguster, Lijsterbes etc.). Ze zijn dan op deze struiken aan het foerageren en kunnen langere tijd in de buurt van die struiken verblijven. Ze zijn dan nauwelijks verstoorbaar en goed te benaderen. Voer dus voor fotografen. Ze hebben in hun broedgebieden nauwelijks ervaring met mensen. Daarentegen zijn ze zeer alert als er roofvogels (vooral Sperwer) in de buurt zijn.
Begin januari zaten opeens een drietal vogels langs een drukke weg in mijn werkplek Assen. Ze gingen onverstoorbaar door met het eten van Ligusterbessen. Dichterbij is Drachten. Bij het nieuwe industrieterrein zaten er acht vogels, die ook al in december vorig jaar waren gezien. Eigenlijk zijn de vogels overal aan te treffen in tuinen en parken met veel besdragende heesters. Ook zijn ze bijv. gezien bij het ziekenhuis te Drachten en Heerenveen.
Eigen waarnemingen sedert 2005 in onze omgeving:
17-12-1981: 1 exemplaar foeragerend op Lijsterbes, Bakkeveen
23-10-1988: 2 expl.foeragerend op bessen, Bakkeveen
22-11-1988: 3 expl. op bessen foeragerend, Bakkeveen
03-01-1990: 2 expl. bessen etend, Bakkeveen
25-12-1990: 1 expl. etend van bessen van Gelderse Roos
18-03-1996: 1 expl. etend op Gelderse Roos, Bakkeveen
15-10-2005: 3 overvliegend in z.w. richting, Bakkeveen.
15-12-2005: 4 overvliegend Bakkeveen
07-01-2006: 8 foeragerend op Gelderse Roos in Bakkeveen. Ook op 09-01-2006 nog aanwezig. Op 16-01-2006 zaten er 9 vogels.
13-11-2008: 2 vogels overvliegend Bakkeveen.
07-01-2011: 3 vogels overvliegend richting Noord, Bakkeveen.
03-11-2012: 1 vogel overvliegend Bakkeveen
08-12-2012: 5 vogels foeragerend op bessen industrieterrein Noorderend, Drachten. Deze vogels waren na een korte afwezigheid op 20-01-2013 daar weer aanwezig (8 vogels).
Zoals u ziet zijn het over het algemeen waarnemingen van foeragerende vogels met een sterke voorkeur voor speciaal Geldere Roos, Liguster en Lijsterbes. Het loont de moeite om tijdens grotere invasiejaren te gaan kijken bij de in vorige jaren bezochte plekken. Verder verblijven de vogels inderdaad soms meerdere dagen op de plek van waarneming. Vergeleken met landelijke aantallen vallen de winters van 1988/1989, 2005/2006 en 2012/2013 samen met invasies met grotere aantallen.
De naam Pestvogel stamt uit de Middeleeuwen. De komst van de Pestvogel viel vaak samen met de uitbraak van een pestepidemie. Waar wij dus nu genieten van deze prachtige vogels, veroorzaakten ze enkele honderden jaren geleden dus grote angst. Gelukkig leggen wij in onze moderne tijd geen link meer naar deze toevallige gebeurtenis, temeer ook omdat de pest uit Nederland verdwenen is.